Kleding van de Keizer

Praktijkervaring met Napoleontische uniformen: het Franse uniform op campagne.

Uniform op campagne

Uniform op campagne. Op de linkerafbeelding draagt de soldaat een sjako met sjakohoes, rechts draagt hij een pokalem. (John R. Elting, Napoleonic uniforms volume I (Ontario 1993) Legermuseum Delft. Bibliotheek Legermuseum exemplaarnummer: 000060060

*Dit artikel is geschreven aan de hand van eigen ervaringen met behulp van aanvullende literatuur*

De afbeeldingen laten een soldaat zien op campagne. Het is niet met zekerheid te zeggen wat een soldaat op campagne precies allemaal droeg, het veldtenue of dat voor in het kampement. Waarschijnlijk koos hij wat voor hem het beste zat, aangezien de kleding niet op maat was gemaakt waardoor de. Op de afbeeldingen draagt de soldaat een capote (overjas), pantalon (broek), guêtres(8)(slobkousen), chaussures(9)(schoenen) en verschillend op de afbeeldingen een sjako of pokalem.

Over het algemeen is de capote (overjas) ruim genoeg om comfortabel te kunnen dragen. Wel moet bedacht worden dat onder de wollen jas het dito uniform gedragen werd, en volgens de reglementen onder het uniform ook nog een wollen vest. De dikte van de wol zorgde ervoor dat de bewegingsvrijheid van de armen minder was. De mouwen waren echter wijd genoeg om de jas überhaupt goed aan te kunnen doen. Op de linker afbeelding heeft de soldaat zijn overjas opgeschort door de onderkant vast te knopen aan de achterkant van de jas. Dit moest het marcheren makkelijker maken aangezien de benen daardoor vrijer waren om te kunnen bewegen. De capote kende nog meer functies dan alleen die van overjas. Deze werd door soldaten veel gebruikt als deken of tent. De dikke wollen stof bood genoeg warmte en kon gebruikt worden om spullen droog te houden, zoals patronen.[1] Dit was ook waar de capote eigenlijk voor bedoeld was, het beschermen en drooghouden van de soldaat. Deze werd in principe dan ook uitsluitend gedragen bij slecht weer; bij goed weer werd de jas opgerold en op de rugzak bevestigd.

Guêtres en chaussures

Guêtres en chaussures, merk de lange rij knopen op bij de guêtres en het simpele model van de schoen. Hier is ook goed te zien hoe de nagels onder de schoen zaten. (Alain Pigeard, L’armee Napoléonienne (Curandéra 1993) 656. Legermuseum Delft. Bibliotheek Legermuseum exemplaarnummer: 00007167)

De guêtre (slobkous) kent  verschillende varianten. De meest voorkomende waren die van witte stof, die zowel te velde als tijdens parades werden gedragen, de grijze linnen slobkous, die in het kampement en op campagne werd gedragen, en de zwarte wollen slobkous, die in de winter werd gedragen. Voor 1812 reikten deze kousen tot boven de knie, na 1812 bleven ze eronder.[2] De voornaamste functie van de slobkous was de bescherming tegen vuil en kou (vooral de zwarte wollen slobkous). Ze werden met een rij knopen om het been vastgemaakt. Deze kousen waren echter, net als alle andere uniformonderdelen, niet op maat gemaakt, hetgeen ertoe leidde dat deze eigenlijk bij niemand goed pasten, waardoor ze constant afzakten. Hoogstwaarschijnlijk zullen de soldaten hun eigen methodes bedacht hebben om de kousen omhoog te houden, bijvoorbeeld door middel van riempjes of touw. Bij het uittrekken van de slobkous hoefden gelukkig niet alle knopen losgemaakt te worden. Mede omdat de slobkous vaak niet goed aansloot, kon deze na het losmaken van slechts de onderste paar knopen als een sok uitgedaan worden.

Het belangrijkste onderdeel van de uniformering van een soldaat zijn misschien wel diens schoenen, de chaussures. De Franse schoenen werden gemaakt van geolied leer of kalfsleer (soepel leer)  en kenden drie verschillende maten.[3] Er werd geen onderscheid gemaakt tussen de linker en de rechter voet, de schoenen konden dus aan beide voeten gedragen worden. Dit is waarschijnlijk makkelijker geweest voor de productie en distributie.[4] Onder de zolen werden nagels geslagen. Deze moesten ervoor zorgen dat de soldaat niet uitgleed op glad terrein en moest er tevens voor zorgen dat de leren zool niet te snel sleet. Dit dateert al uit de Romeinse tijd. Het dragen van de schoenen was echter geen pretje. Mede omdat er maar drie maten waren en er geen verschil tussen links en rechts bestond, paste de schoen eigenlijk nooit. Er zijn verschillende verhalen bekend van soldaten die hun voeten letterlijk kapot liepen. Om dit tegen te gaan wreven zij hun voeten in met vet, of gingen over op comfortabeler schoeisel (sandalen).[5] Daarnaast waren de schoenen het meest kwetsbare onderdeel van het uniform, simpelweg omdat er altijd druk op stond tijdens het lopen. Hierdoor sleten ze niet alleen snel, maar werden ze ook vies. De schoen had dus behoorlijk wat onderhoud nodig. Daarnaast moesten veel reserveschoenen meegenomen worden. Jerome Bonaparte, een van de broers van Napoleon, koning van Westfalen, gaf zijn soldaten voor de Rusland campagne de opdracht om altijd één paar schoenen te dragen, twee als reserve mee te nemen en één paar in de bevoorradingskaravaan te hebben.[6] De schoenen vormden dus ook een last als bagage.

Heeft u zelf informatie of afbeeldingen in bezit over dit onderwerp, dan kunt u dat hieronder of op de facebookpagina delen. U kunt ook terecht met eventuele vragen of opmerkingen.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met het legermuseum Delft of via het CIC.

 


[1] Vincent Bourgeot en Alain Pigeard, Encyclopédie des uniformes Napoléoniens 1800-1815 (Entremont-le-Vieux 2003)  80. Legermuseum Delft. Bibliotheek Legermuseum exemplaarnummer: 00135393.

[2] ‘Ibidem’ 313.

[3] Alain Pigeard, L’armee Napoléonienne (Curandéra 1993)  649. Legermuseum Delft. Bibliotheek Legermuseum exemplaarnummer: 00007167.

[4] ‘Ibidem’ 650.

[5] ‘Ibidem’ 651-652.

[6] ‘Ibidem’ 652.


Plaats een reactie

link naar legermuseum